Fleurs kijk op niet zien dat ik slecht zie.
Aan de buitenkant is niks aan mij te zien. Je ziet mij gewoon stevig doorlopen op de stoep. Ik zal niet ergens tegen aan lopen en ook zie je weinig aan mijn ogen. Zo zal een voorbijganger of iemand die ik kort spreek niet snel zien dat ik iets aan mijn ogen mankeer. Dit heeft natuurlijk een boel voordelen. Niemand die direct een mening over mij zal vormen op basis van mijn slechte zicht, normaal in gesprek gaan met iemand en gewoon over koetjes en kalfjes praten.
Vaak komt mijn handicap wel ter tafel als ik vertel dat ik totaal iets anders ben gaan doen dan waarvoor ik gestudeerd heb. Vervolgens blijven mensen verbaast als ik vertel dat ik slechtziend ben, en komt het volgende vaak ter sprake:
“Oh wauw dat kun je helemaal niet aan je zien”.
“Ja dat klopt, mijn ogen werken immers goed maar mijn zenuw heeft er alleen de kracht niet meer voor om die informatie door te sturen naar mijn hersenen”.
“Ja, je kijkt mij ook zo recht in de ogen aan. Hoe doe je dat dan?”
“Eigenlijk komt het er op neer dat ik je helemaal zie staan, maar je gezicht is net zo groot als de ‘grijze vlek’ in het midden van mijn zicht. Uit ervaring weet ik precies waar je ogen zitten, dus dan probeer ik die aan te kijken.”
Mensen die mij kennen van voor de diagnose zien wel dat ik ‘anders’ uit mijn ogen ben gaan kijken. Mijn ogen kunnen zich namelijk niet meer focussen op iets. Soms merk ik dat wel aan mijn manier van kijken. Ik zie het zelf erg goed aan foto’s en video’s van mijzelf , maar ik denk dat niemand anders zich daar om zal bekommeren en probeer dat ook los te laten.
Op sommige dagen heb ik veel behoefte om even zonder dat slechte zicht rond te lopen en gebruik ik bewust een hele dag mijn stok niet, of pak ik eigenwijs even de zelfscankassa. Even eigenwijs, maar ik kan heel veel zelf. Dat is soms ook wel het prettige aan het “niet zien-dat-ik-slechtziend ben”, ik kan een soort van incognito zijn. Er zijn ook dagen dat ik er wel eens moe van word om uit te leggen dat ik slecht zie en dan vervolgens te horen krijgt dat anderen dat niet aan mij zien. Ik heb er geen probleem mee om er over te praten, maar als dat 4 keer op een dag voorkomt in sociale spontane situaties word ik er wel wat moe van.
Soms heb ik het gevoel dat mensen een bepaald beeld hebben over hoe iemand uit zijn ogen ‘zou moeten’ kijken die blind of slechtziend is. Het mooiste zou zijn als iedereen dat beeld volledig los kan laten. Ieder heeft immers wel ergens iets waar hij of zij mee om moet gaan. Des te belangrijker dat mensen blijven praten en laten zien dat het allemaal zo gek nog niet is.
Liefs,
Fleur
